PORTO ROMARIZ FINE RUBY

Het portohuis Romariz werd opgericht in 1850 door 'Manoel da Rocha Romariz' om met Portugese koloniën, met name Brazilië, handel te drijven. Tegenwoordig is het bedrijf vooral gericht op de Europese markt, hoewel de verkoop in Zuid-Amerika nog steeds belangrijk is. De laatste 'Romariz' ging in 1966 met pensioen, toen het bedrijf werd verkocht aan Guimaraens & Co. In 1987 werd het bedrijf gekocht door een groep Engelse investeerders die hun kapitaal gebruiken om het merk verder te ontwikkelen. Romariz bezit geen wijngaarden en koopt zijn wijn van kwekers uit de Douro. De wijnen rijpen in een lodge in 'Vila Nova de Gaia'. Hoe wordt porto eigenlijk gemaakt? Het is in de eerste plaats een zuiderse (Portugese) wijn en dat betekent veel zon en dus veel suiker in de druiven waardoor alcoholrijke wijnen kunnen gemaakt worden. Een druif die in aanmerking komt om porto van te maken, moet dan ook genoeg suiker bevatten om door natuurlijke gisting (omzetting van suiker naar alcohol) tot 14 alcohol te kunnen komen. Vanzelfsprekend laat men het niet zo ver komen, de gisting wordt na ongeveer twee dagen bij plus minus 8° alcoholgehalte gestopt door zuivere alcohol toe te voegen tot men 19 of 20° verkrijgt. Op die manier blijft iets van een 100 gram ongegiste suiker per liter over, wat de zoete smaak van porto verklaart. Om deze zoete smaak te versmelten met de nodige zuren en tannines, wordt de meeste porto gedurende enkele jaren op vat bewaard alvorens verkocht te worden. Een 'Ruby' blijft normaal 3 jaar op eiken vaten alvorens verkocht te worden, maar heeft meer fruit en jeugdigheid in geur, smaak en kleur. De kleur is jonger, wat feller en dieper rood dan die van Tawny. De benaming `Ruby' wil dan ook zo veel zeggen als `robijn-rood'. Ook de smaak heeft wat meer pit, is voller en iets minder zacht door het langere contact van de most met de druivenschil tijdens de gisting. Daarom aan te raden bij wat sterkere kazen. Schenken op ongeveer 16 graden.