BULGARIJE , DOMAINE BESSA VALLEY 'Enira' wit

Twee gereputeerde wijnbouwers, een Duitser en een Fransman, maken deel uit van een consortium dat verder bestaat uit één Duitse en drie Bulgaarse topondernemers met één doel voor ogen: kwaliteitswijn maken in Bulgarije. Samen noemen ze zich de 'Bessians', naar de Bessa Valley in Thracië, een historische naam voor een gebied dat zich deels in het zuiden van Bulgarije bevindt. Het Bessa Valley project startte in 2001 met de aankoop van geschikt terroir wat niet zo heel moeilijk bleek. De geografie van Thracië kenmerkt zich net zoals die van Griekenland door een rotsachtige bodem en bergachtige streken met vruchtbare valleien in de dalen, het milde klimaat is er continentaal. De eerste druivenstokken werden in deze geschikte biotopen aangeplant in 2005. Tegelijkertijd werd er een gloednieuw wijndomein uitgebouwd waarbij de kelders zich deels in de rotsen bevinden wat voor constante temperatuur en vochtigheid zorgt zodat de wijn er in optimale condities kan rijpen. De wijnmakers zijn geen onbekenden in de wereld van topwijnen. Er is eerst en vooral Stephan von Neipperg, eigenaar van zes bekende wijnkastelen in Saint-Emilion (Château Canon La Gaffelière, Clos de l'Oratoire, La Mondotte,.). Verder is er ook Marc Dworkin, eveneens actief in Frankrijk en al langer aan het werk in Bulgarije om de wijnproductie daar kwalitatief te verbeteren. Samen maken zij wijnen met het grootste respect voor natuur, ranken en druiven. Stephan von Neipperg wil zijn tijd nemen om goede blends te maken. Hij geeft de voorkeur aan assemblagewijnen die volgens hem rijker, harmonischer en complexer zijn. Doorgedreven selecties van druiven en gebruik van nieuwe en jonge Franse eiken vaten staan verder borg voor topkwaliteit. De Enira White is een blend van marsanne (31%), roussane (23%) en viognier (46%). Bij de productie wordt niks aan het toeval overgelaten. De oogstdatum wordt bepaald na analyse van de rijpheid van de druiven. Bij de handgeplukte oogst zelf is er een kwaliteitscontrole in de wijngaard waarna in het wijnhuis een zachte ontristing en tweede selectie van de beste druifjes gebeurt. De gescheiden fermentatie van de drie soorten neemt twintig dagen in beslag en -wat we altijd graag zien gebeuren- er is een batonage (oproeren) van de lie (droesem met dode gistcellen) van drie tot zes maanden om zich van optimale aroma's en smaaksensaties te verzekeren. Dat proces levert een helder en bleekgeel glas wijn op waar we vele traantjes zien evolueren. Qua geur krijgen we zachte florale toetsen en citrusaccenten. Wat mango, yoghurt en een vleugje acacia. Op de tong worden we onmiddellijk getrakteerd op een frisse en lichtvoetige muntigheid. De wijn is verder fris met zoete toetsen (viognier). Toch onthouden we vooral de knisperigheid en genieten we van een volle, middellange afdronk met licht bittertje in de afdronk. Geschikt als aperitief met diverse lichte hapjes, koude visschoteltjes of vis uit de oven. Serveren bij 12 °C.